Nederlands: Negatief. De twee vrouwen op de mat op de voorgrond zijn met twee opeenvolgende onderdelen van het weefproces bezig. De vrouw rechts gebruikt een houten katoenpers of ontkorrelaar. Zij voedt de katoen tussen de twee rollers van de katoenpers met haar linkerhand. Met haar rechterhand draait zij het handvat opdat de twee rollers de katoen pakken en aan de andere kant van de katoenpers op de mat "uitspugen". De katoenpitten passen niet tussen de rollers en vallen aan de voorkant van de katoenpers op de grond. "De pitten worden uit de katoen verwijderd, waarop de laatste sterk geperst wordt." (Adam 1919:39, nu 786) Met haar linkervoet staat de weefster op de plank die onder in de pers steekt om hem rechtop te houden.

De vrouw links gebruikt een boog om de katoen vezels los te trillen. In haar rechterhand heeft zij een houten tokkelaar waar zij het touwtje mee plukt. Met haar linkerhand zorgt zij dat het touw de schone katoen aanraakt.

Op de achtergrond staat zowel een garenafwinder als een kettingtoestel.

De vrouw rechts draagt een "gatip ampar"-doek om haar middel en de vrouw links lijkt een "batu jala"-doek te dragen, waarvan de witte uitgespaarde rand net zichtbaar is.

. Het ontpitten en uitpluizen van katoen voordat er geweefd kan worden, Karolanden